Walcherse gezichten van eenzaamheid
Inwoners van Walcheren gingen in gesprek met jonge en oudere inwoners van Walcheren die zich eenzaam voelen of zich eenzaam hebben gevoeld. Het werden bijzondere, intense ontmoetingen. Elke interviewer maakte van dit gesprek een geschreven portret.
De portretten geven een indruk van hoe het is om je eenzaam te voelen, ze schetsen herkenbare situaties in ieders leven en ze bieden handvatten en ideeën om iets te doen tegen de gevoelens van eenzaamheid.
De portretten zijn als expositie te zien bij Welzijn Veere, Schoolstraat 4 in Oostkapelle van 29 september tot eind oktober 2022 op werkdagen tussen 9 en 12 uur.
Deze interviews sluiten aan op het project ‘Praat met me’ van de fotograaf en documentairemaker Dennis van Akkeren. Bekijk zijn foto’s op praatmetme.nu.
Lees hieronder de portretten van inwoners van Walcheren.

Ik wil zelfstandig zijn
Sarah, 29 jaar
Driehoog. Daar woont ze.
Een vriendelijke jonge vrouw doet open. Ze heeft al thee met bonbons klaar staan. Ze komt uit Afghanistan, uit een grote levendige stad. Haar ouders hebben haar uitgehuwelijkt aan een Afghaanse man die al jaren in Nederland woont en een vaste baan heeft. Hij bleek een goede man te zijn en gaandeweg zijn ze elkaar gaan waarderen. Samen hebben ze nu twee kindjes, een peuter van anderhalf jaar en een kleuter van vier.
Sarah spreekt verrassend goed Nederlands, een gesprek levert weinig problemen op. Ze vertelt hoe het was toen ze hier pas woonde, in deze kleine stad, in dit flatje aan die stille doodlopende straat.
“Ik was helemaal alleen als mijn man naar zijn werk was. Mijn familie ver weg en mijn vrienden ook.” Tranen springen weer in haar ogen nu ze erover praat. Ze voelde zich zo alleen…zo eenzaam… “Was dít nu haar leven?” vroeg ze zich af. Paniek overviel haar, ze voelde de neiging om uit het raam te springen! Gelukkig ging op dat moment de telefoon, haar vader…. en ze brak: “Pappa! er zijn hier helemaal geen mensen!” Ze huilde en kon bijna niet meer stoppen.
Haar vader is een wijze man, zegt ze. Hij liet haar uithuilen, sprak troostende woorden, beurde haar op. Hij maande haar niet binnen te blijven maar erop uit te gaan en vooral de taal te gaan leren.
Toen haar man die avond thuiskwam, maakte ze hem eindelijk deelgenoot van haar verdriet. Dat luchtte een beetje op. Samen maakten ze plannen om Nederland beter te leren kennen, fietstochtjes te maken, musea te bezoeken. Aarzelend maakte ze ook contact met haar buren en al gauw pakte ze enkele Nederlandse woordjes op.
Toen ze zwanger bleek te zijn ontmoette ze nog meer mensen en ze oefende en oefende… “Goedemorgen, hoe gaat het met u?” “Tot ziens.” Ze nam taalles en nu voelt ze zich steeds een beetje zekerder.
Haar familie wil in Afghanistan blijven. Daar maakt ze zich wel zorgen om, maar met háár gaat het goed. Ze heeft vrienden gemaakt en in de toekomst wil ze misschien gaan studeren of een baan zoeken. Haar plannen zijn nog vaag maar ze zegt resoluut: “Ik wil zelfstandig zijn!”
(Geschreven door Hannie op verzoek van Platform Eenzaamheid Walcheren.)

Het liefst zou ik met de familie willen bowlen, maar niemand heeft tijd
Raymond, 35 jaar
Dit is het portret van Raymond. Eigenlijk al sinds zijn kinderjaren best eenzaam. Niet al te veel vrienden. Zeg maar: praktisch nihil. Raymond moet zichzelf bezighouden, wat niet altijd makkelijk is natuurlijk. In zijn kinderjaren kan Raymond deze eenzaamheid nog geen naam geven. Wanneer hij 17 jaar is komt de gedachte ‘niet meer verder te willen leven’ meer naar voren.
Raymond eet zijn milkshake en frietjes tijdens het interview met veel enthousiasme op. We zijn bij de MAC. Lekker koel, terwijl de display van een bedrijf een buitentemperatuur van 34 graden aangeeft. We hebben een plekje gekozen in een hoekje. Raymond wil begrijpelijkerwijze niet dat anderen het gesprek volgen.
Aansluiting is voor Raymond altijd al wat moeilijk geweest. Hij werd als ‘anders’ beschouwd. Ook als kind zijnde. Op een gegeven moment komt Raymond bij begeleid wonen. Hij vindt het moeilijk zich te uiten, ervaart het leven als best zwaar en is angstig nieuwe dingen te ondernemen. Raymond heeft een voorzichtige benadering nodig. Hij geeft aan dat hij zich een mislukkeling voelt. Dit versterkt zijn gevoelens van eenzaamheid.
Dagbesteding vindt hij redelijk okay. Een doel hebben is zeker belangrijk. Het piekeren pauzeert dan even. Vanuit de woonvorm, waarin hij woont, wordt dagbesteding gestimuleerd. Want op het werk immers doet hij de nodige contacten op. Hij moet het niet hebben van zijn twee broers en zes zussen. Hij hoort weinig van hen. Dat bevestigt zijn gevoel van onzekerheid.
Hij kan, zoals hij zegt, zijn vermaak niet zelf zoeken. Hij beseft dat wanneer hij iets goeds kan, het (zelf)vertrouwen toeneemt. Sinds kort heeft hij bij de dagbesteding een ander, leuker werkje gekregen. Dat maakt hem blij. Ook mag hij één dag per week met spullen sjouwen. “Voor de kringloop”, geeft hij met een brede glimlach aan.
Bij het overbruggen van de perioden van eenzaamheid komen óók schuldgevoelens naar boven. De ene keer gaat Raymond lusteloos en passief op bed liggen. De andere keer gaat hij eten als een ‘dijker’, zoals hij zegt, tussen de happen MAC-burger door. Gekscherend vraag ik wat hij dan zoal eet, en Raymond roept het woordje ‘kaas’ als voorbeeld. Even moet hij lachen, want inderdaad, kaas is dan het hoofdvoedsel. “Hoewel ik dat eigenlijk tegen mijn zin in eet”, zegt hij. En dan komen ook de schuldgevoelens naar boven.
Raymond is gelovig en in zijn perioden van eenzaamheid bidt en mijmert hij over God. Dat verlicht de pijn enigszins. Daarnaast dagdroomt hij veel. Hij droomt bijvoorbeeld dat hij dan met zijn familie bowlt. Inderdaad, niet het dromen van een huis, dikke auto of een enorm banksaldo is voor hem belangrijk, maar het samen zijn met de familie.
Raymond gaat soms een rondje wandelen in de wijk. Hij passeert dan wel eens een huis, waar de bewoonster en hij naar elkaar zwaaien. Dan ontspringt een vonkje in het binnenste van zijn hart. Hoe waardevol. Op straat ontmoet hij soms een ander persoon die tegen hem praat. Uit die kleine momenten haalt Raymond zijn voldoening. Het piekeren en de negatieve gedachten komen dan even op een zijspoor ………………………
(Geschreven door Benjamin op verzoek van Platform Eenzaamheid Walcheren.)

Het leven is goed
Joke, 60+ jaar
Ze heeft geluk gehad. Ze kon na haar scheiding een nieuw huis huren mét een tuintje. Daar woont ze nu alweer bijna twintig jaar. Toen ze er net woonde heeft ze meteen haar tuintje aangelegd, wat struiken geplant, wat bloemen, en een boompje dat al voorzichtig wat schaduw gaf.
“Het was een mooie zomer, dat eerste jaar alleen”, zegt ze. De kinderen waren uit logeren bij opa en oma of bij een vriendje en ze hoopte zelf tot rust te komen na de voorbije hectische tijd. Ze installeerde zich in haar tuintje met een kopje koffie en een boekje. Maar de koffie smaakte niet en het boekje boeide niet. Het gevoel van rust wilde maar niet komen. Musjes hipten om haar heen, maar ze zag het nauwelijks. En het leek wel of de hele buurt met vakantie was, zo doodstil was het.
Ze dacht dat ze gelukkiger zou worden na de scheiding van haar man, maar dat gebeurde niet. Mis ik hem?, vroeg ze zich af. Beslist niet. Miste ze dan de kinderen? Nee, niet echt, het kostte haar de laatste tijd veel moeite om een beetje vrolijk te doen als ze in de buurt waren. Ze voelde zich steeds verder wegzinken in een diepe put.
Ze besefte dat het zo niet door kon gaan. Ze moest iemand zien, met iemand praten en ze belde De Luisterlijn. Een aardige begripvolle man stond haar te woord, maar het was niet genoeg. Het vulde niet de leegte die ze vanbinnen voelde, maar het gaf haar wél de moed om contact te zoeken met de nieuwe buurvrouw. Dat bleek óók een alleenstaande vrouw te zijn. Ze herkenden elkaars situatie en het delen van gevoelens en ervaringen bleek helend te werken.
Dit is alweer jaren geleden en de buurvrouw van toen is er niet meer. Maar hun gesprekjes liggen aan de basis van wie ze nu is, een zelfstandige rustige vrouw.
Ze doet al jaren administratief werk in een non-profit organisatie. Haar pensioen nadert, maar ze ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. Ze maakt lange wandelingen met vrienden, zit in een leesclub en doet vrijwilligerswerk. “Ik red me wel.”
(Geschreven door Hannie op verzoek van Platform Eenzaamheid Walcheren.)

Wie kijkt er naar moeder om?
Anneke, 65+
Nee, het gaat niet over haarzelf, ook al weet ze uit ervaring best hoe het voelt als je eenzaam bent. Daarom kan ze het ook makkelijk herkennen bij anderen. Ze heeft 43 jaar in de zorg gewerkt en daar veel eenzaamheid gezien. Maar Anneke is zelf niet eenzaam en ook niet alleen. Ze is getrouwd, heeft twee kinderen, heeft kleinkinderen en neemt volop deel aan het leven. Het gaat haar in dit interview om haar moeder.
Moeder, 89 jaar, komt uit een groot gezin, trouwde en runde een zaak samen met haar man. Dat was hard werken. ’s Avonds was ze moe en had ze niet meer zoveel moed om nog de deur uit te gaan en contacten te onderhouden. Wel hielden ze familiefeesten waarvoor moeder meestal kookte.
Nu is dat allemaal anders. Vader overleed acht jaar geleden. Familie en vrienden zijn ook oud, voor zover ze nog in leven zijn. Elke morgen belt Anneke even kort met haar moeder en een keer of drie in de week gaat ze naar haar toe en neemt haar soms mee uit. Ook Annekes broer laat moeder niet in de steek. De kleinkinderen gaan ook wel eens langs, maar daar blijft het bij.
Anneke ziet hoe het kringetje om moeder steeds kleiner wordt en hoe alleen moeder vaak is. Ze vindt dat mensen weinig naar elkaar omkijken. Bij moeder in de straat is er niemand die eens informeert hoe het gaat, of komt kijken als de overgordijnen lang dicht blijven. Op de zorg wordt steeds meer bezuinigd, dus daar valt ook niets te halen.
Maar de kerk dan? Moeder woont zoveel mogelijk de kerkdiensten bij, maar ondervindt er weinig meeleven. Als er na de dienst gezamenlijk koffie wordt gedronken, blijft moeder alleen zitten en de jongere kerkgangers trekken naar elkaar toe. “Met ouderen praten is ook niet hun taak”, vindt Anneke. Nu moet gezegd dat het korte-termijn geheugen van moeder steeds slechter functioneert, dus een gesprek met haar wordt er niet makkelijker op.
Is er een oplossing, een goede raad? “Nee”, zegt Anneke beslist, “dit is zoals het tegenwoordig gaat als je oud wordt. In elk geval in ons dorp.”
Soms zegt moeder dat ze wel een beetje eenzaam is, maar ze bagatelliseert het dat haar wereld kleiner wordt. “Ik denk dat dat haar manier is om ermee om te gaan”.
Moeder is er heel trots op dat ze nog zelfstandig haar huishoudinkje doet en haar tuin wat bijhoudt. Als het kan maakt ze elke dag een wandeling en af en toe neemt ze de fiets, tot grote schrik van de familie. Maar moeder kiest er zelf voor en Anneke kiest ervoor haar moeder zelf te laten beslissen en haar niet te betuttelen. Laat haar zolang mogelijk zelfstandig blijven.
(Geschreven door Hannie op verzoek van Platform Eenzaamheid Walcheren.)

Het leven is topsport!
Erik, 40+
Eenzaamheid is ‘je niet verbonden voelen’. Dat is de primaire betekenis die aan dit woord gegeven wordt. Dit is wat ik hoor in het verhaal dat Erik me vertelt.
Moeder van 86 leeft nog. Vader is 2 maanden geleden in zijn slaap overleden. Moeder woont zelfstandig in Heinkenszand. Erik heeft een zus en een broer. Beiden hebben 2 kinderen. Eriks werkzaam leven bestaat uit 12 ambachten, dertien ongelukken. Hij heeft alle kanten van de wereld gezien. Erik is erg sociaal betrokken. Hij was vrijwilliger bij CitySeeds. Erik heeft een brede belangstelling. Hij is bezig met een cursus plantonderzoek. In de praktijk is hij bezig een stukje van het Molenwaterpark te onderzoeken op groei en bloei. Hij is aangesloten bij het Platform Eenzaamheid via Zorgbelang.
Erik is ook cultureel geïnteresseerd. Hij heeft een stukje van de amateuropleiding De Ambitie gedaan en is bezig geweest met improvisatie. Uiteindelijk voelde hij dat hij liever niet wil optreden voor grote groepen. Hij is ook een trouw bezoeker van het Nazomerfestival Zeeland, maar hij merkt dat hij niet meer alles wil zien en meemaken. Hij is ook graag thuis. Thuis is voor hem een klein, maar vriendelijk en gezellig appartementje midden in de stad. Het appartement is onderdeel van een prachtig monumentenpand.
Zijn leven heeft altijd in het teken gestaan van overleven. Zijn jeugd is niet vlekkeloos verlopen. Op zijn 12e is hij naar Zuid-Limburg gegaan, naar een internaat, omdat hij thuis onhandelbaar was. Daar is de diagnose gesteld van wat nu ADHD wordt genoemd. Hij is daar seksueel misbruikt door een priester. Op de lagere school is hij veelvuldig gepest en hij verzucht ‘’dat kinderen heel hard kunnen zijn’’. Door deze ervaringen heeft hij een trauma opgelopen. Hij krijgt hiervoor traumatherapie. Hij heeft ook emdr therapie gehad. Het heeft hem verbaasd hoeveel verleden er nog in het geheugen is blijven zitten.
Drie jaar geleden ging het niet goed met hem. Hij liep vast in structuren. Hij had last van angststoornissen en paniekaanvallen. Hij ging bovenop vriendschappen zitten, omdat hij bang was om ze te verliezen. Hij heeft veel contacten gehad en nog wel, maar alles wat hij doet lijkt voor hem een opvullen met versiering. Voor zijn gevoel heeft eenzaamheid niet te maken met het al dan niet hebben van contacten, maar met iets van binnen. Je moet iemand die eenzaam is niet platgooien met activiteiten. Dat is niet de kern waar het om gaat.
Erik merkt dat hij bij CitySeeds niet zo goed in de groep functioneert. Maar geef maar eens toe dat je geen groepsdier bent. Via de therapie is Erik meer over zichzelf te weten gekomen. Voortdurend is er de vraag: functioneer ik wel? Steeds is er de vraag naar goedkeuring. Erik heeft veel psychosomatische klachten door de stress, versterkt door omgeving en prikkels. Het proces van het verwerken van trauma ervaart Erik ook als een vorm van eenzaamheid. Hij voelt zich geen slachtoffer meer, maar de vraag die bij hem blijft is: waarom ik en een ander niet? Ook al weet hij wel dat er velen zijn met een trauma.
Erik doet veel, maar veel doen kost energie. Zijn gevecht is nog niet klaar. Hij vraagt zich af waar zijn grens ligt. Als je stopt met overleven, wat dan? Erik heeft een aantal vrienden die je op één hand kunt tellen. Onder een goede vriend verstaat hij ‘iemand die er staat als je hem nodig hebt’. Hij heeft ervaren dat veel contacten wel even willen helpen, zoals in de coronatijd, maar daarna niets meer laten horen en hun eigen individuele weg gaan. Voor zichzelf heeft Erik ervaren dat hij graag controle houdt over anderen, maar dat hij dit moet loslaten en dat hij vooral bij zichzelf moet blijven. Hij benadrukt dat hij geen droevig maar juist een positief verhaal wil. “Wij streven altijd geluk na, maar wie zegt dat we altijd gelukkig moeten zijn?”
(Geschreven door Inez op verzoek van Platform Eenzaamheid Walcheren.)

Vind de kracht in jezelf en de verbinding met de ander
Iris, 25 jaar
“Als klein kind voelde ik me al alleen, niet begrepen en er niet bij horen. Ik had toen nog helemaal niet de woorden om dit duidelijk te maken, maar ik had wel heel heftige gevoelens daarover: ik kon snel (zeer) boos worden of intens verdrietig of uitgelaten vrolijk zijn. Het was een soort noodkreet, maar dat werd niet begrepen. Men kon er niet mee omgaan, mijn gedrag werd genegeerd of gestraft of streng gecorrigeerd. Ondanks de liefde en zorg van mijn ouders voelde ik me daardoor afgewezen en versterkt in mijn gevoel alleen op de wereld te zijn. Ik hoorde er niet bij, bij niemand”.
Tijdens de hele basisschoolleeftijd bleef dat gevoel en dus mijn gedrag. Ik deed het zeker niet slecht op school, had ook vriendinnen, maar van binnen voelde ik me leeg. Ik wist gewoon niet wie ik was, wat en wie ik leuk vond, wat ik wilde of voelde. “Alleen” die diepe eenzaamheid”.
“Tijdens mijn puberteit en op de middelbare school kon ik geen aansluiting vinden bij anderen, maar vooral niet bij mezelf. Ik raakte stuurloos.
Dat uitte zich in zelfdestructief gedrag, ik verwaarloosde school, was onmatig op allerlei gebieden: eten, drank, drugs, jongens…”
“Ik wilde er niet meer zijn. Waarom niet?? Waarom wel??”
“Een schoolwisseling stopte mijn weg naar beneden een poosje, vooral door een mentor die niet oordeelde maar luisterde en troostte. Ik wílde graag veranderen en deed mijn best. Mijn gedrag werd minder buitensporig, maar het diepe gevoel van eenzaamheid bleef. Ik blowde om op de been te blijven en niet alles te voelen. Vrienden wilden helpen, maar ik stootte hen af. Ik ging alleen om met jongeren die net als ik zoekende waren en zichzelf verdoofden met drugs en alcohol.
Een opname in een verslavingskliniek bracht enkele weken rust, maar het pantser dat ik om me heen gebouwd had voorkwam een echte verandering. Terug thuis verviel ik weer snel in mijn oude gedrag. Een tweede en langere opname zorgde ervoor dat ik iets meer inzicht in mezelf kreeg. Ik volgde een opleiding en ging werken in de zorg. Het lukte, maar het kostte me erg veel moeite. Het intense gevoel van eenzaamheid bleef. Ik twijfelde of ik wel genoeg te bieden had aan de cliënten en of dit werk bij me paste. Steun en waardering van collega’s hielpen niet. Na een dag was ik doodop door alle emoties, twijfels en verwarring in mezelf. Ik had het blowen thuis hard nodig om de gedachten en gevoelens te dempen en op de been te blijven. Ruimte voor contacten met familie en vrienden had ik helemaal niet. Hoeveel moeite men ook deed, ik sloot me af en ik sloot me op”.
“Dat kon natuurlijk niet zo doorgaan. Ik stopte met werken, dat luchtte op maar vergrootte ook mijn isolement. Daar kon ik op eigen kracht niet uitkomen. Maar ik vond wel de kracht om hulp te vragen bij de last die ik droeg. Dat was het begin van de verandering: zélf hulp vragen. In de therapie leerde ik heel langzaam maar zeker mezelf een beetje kennen, mijn reactiepatronen te begrijpen en te veranderen. Ik kon steeds beter openstaan zowel voor mezelf als voor anderen. Ik weet nu hoe belangrijk het is om op zoek te gaan naar mensen die iet s voor mij kunnen betekenen, maar ook voor wie ik zélf iets kan betekenen.
Verbinding zoeken zowel in mezelf als met anderen is voor mij het sleutelwoord.
Sinds kort weet ik dat mijn tweelingbroertje of -zusje gestorven is tijdens de zwangerschap. Dit zou mijn diepgevoelde eenzaamheid sinds mijn vroegste kinderjaren kunnen verklaren. Het is bekend dat de dood in de baarmoeder van de ene tweeling veel invloed kan hebben op het leven en de gevoelens van de andere die mocht blijven leven. Ik ga dat verder onderzoeken met hulp van anderen.
Binnenkort vertrek ik voor een jaar naar een woon-werkgemeenschap in Zuid-Europa waar de aarde op ecologische wijze bewerkt wordt. Niet alleen met het oog op een betere wereld maar ook met het oog op een positieve ontwikkeling voor mijzelf en anderen. Ik wil daar graag een bijdrage aan leveren”
(Geschreven door José op verzoek van Platform Eenzaamheid Walcheren.)

Onzichtbaar scherm
Lies, 70+
Ben ik óók eenzaam?, vroeg ik mij af, en wat is eenzaamheid precies? Het antwoord lijkt echt niet zo moeilijk: je woont in je eentje, je kookt en eet in je eentje en je bent blij als je met een groepje leeftijdsgenoten af en toe samen eet of een uitstapje maakt.
‘Samen eten of een uitstapje maken’ is nog niet eens zo eenvoudig, heb ik niet lang geleden meegemaakt. Ik verruilde als ‘vroege weduwe’ huis en tuin op een van de eilanden voor een appartementengebouw aan de rand van Middelburg. Dit vooral omdat in die stad nog steeds vrienden woonden met wie ik sinds onze middelbare schooltijd altijd wel contact ben blijven houden. Bovendien ben ik er geboren, bijna onder de Lange Jan. Toen ik voor het eerst weer over duin en strand van Vrouwenpolder liep, dacht ik: Hoe heb ik dit zolang kunnen missen?
Ik vond al snel mijn draai in mijn nieuwe onderkomen. In het appartementengebouw wonen veel aardige mensen. Vaak nog echtparen, maar ook alleenstaanden. Ik had meteen veel bewondering voor een vrolijke alleenstaande mevrouw die alweer een tijd geleden een rouwverwerkingsclubje had opgericht voor met name alleenstaande dames. Om de zoveel tijd komen ze in een restaurant bijeen voor een etentje en zo is er meer. Ik zou het ook wel eens willen proberen bij zo’n clubje. Maar dan het gekke: je raakt met deze en gene aan de praat, maar als je een balletje opgooit in die richting, wordt vrijwel meteen een onzichtbaar scherm opgetrokken. Nieuwe mensen zijn eigenlijk niet welkom, de bestaande groep is fijn genoeg.
Na een tip ben ik lid geworden van de Samen op stap–bus van WVO-zorg. Met een kleine groep zelfstandig wonende 55-plussers maak ik in deze bus uitstapjes in en buiten Zeeland. Ik heb al een paar behoorlijk nostalgische tochtjes gemaakt over de vele B-wegen die Zeeland telt. Heerlijk!
(Geschreven door Lies op verzoek van Platform Eenzaamheid Walcheren.)